Bodem en bouwen
Als u gaat bouwen of verbouwen, krijgt u te maken met bouwregelgeving. Het kan zijn dat u bij uw bouwaanvraag een bodemonderzoek moet indienen. Op deze pagina leest u in welke situaties een onderzoek verlangd wordt en waar dat onderzoek aan moet voldoen.
Wel of geen onderzoek
In grote lijnen komt het erop neer dat bij bouwwerken die de grond niet raken, kleine uitbouwen of bouwwerken waar geen mensen verblijven er in het geheel geen onderzoek naar de bodemgesteldheid hoeft te worden uitgevoerd. In alle andere gevallen is tenminste een historisch vooronderzoek (conform de NEN 5725) verplicht.
Indien uit dit historisch vooronderzoek blijkt dat de bouwlocatie en het omliggende terrein niet verdacht is voor bodemverontreiniging, hoeft geen verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
Alleen als de locatie – of delen van de locatie – verdacht blijkt te zijn voor een bodemverontreiniging, is een verkennend bodemonderzoek (conform de NEN 5740) naar de verdachte plekken noodzakelijk. De omgevingsdienst beoordeelt aan de hand van het historisch vooronderzoek of een verkennend bodemonderzoek noodzakelijk is.
Soms is de bodem door verontreiniging niet geschikt om op te wonen. De ODMH kan de vergunningaanvrager adviseren welke maatregelen nodig zijn om de bodem weer geschikt te maken. Voor meer informatie over het wel of niet uitvoeren van bodemonderzoek kunt u de nota lezen: Nota Bodemkwaliteit bij bouwen (pdf, 2.3 MB).
Erkend bodemonderzoek
Alleen erkende onderzoeksbureaus mogen bodemonderzoek doen. Wilt u een historisch vooronderzoek of verkennend bodemonderzoek laten uitvoeren? Controleer dan of het onderzoeksbureau waaraan u de opdracht verleent een erkenning heeft. Op de website van Rijkswaterstaat kunt u dit nagaan.