Veelgestelde vragen
Op deze pagina vindt u per onderwerp de meeste veelgestelde vragen over de Omgevingswet. Deze vragen vullen we continue aan op basis van de vragen die we daadwerkelijk binnen krijgen.
Omgevingswet algemeen
De Omgevingswet gaat over de ruimte waarin we wonen, werken en ontspannen: de fysieke leefomgeving. Deze nieuwe wet voegt wetten samen en vereenvoudigt de regels voor veel van wat u buiten ziet, ruikt en hoort. U kunt hierdoor in één keer kennis nemen van de regels en voorschriften van de verschillende bestuurslagen (gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk). De wet geldt voor alle inwoners, organisaties en bedrijven. De Omgevingswet treedt op 1 januari 2024 in werking.
Sinds 1810 zijn veel verschillende wetten en regels gemaakt voor de buitenruimte, zoals voor bodem, water, wegen, milieu, monumenten, natuur, geluid en nieuwbouw. Deze wetten zijn niet alleen ingewikkeld; ze spreken elkaar soms ook tegen en er worden meerdere termen gebruikt terwijl hetzelfde bedoeld wordt. De losse regels en wetten verhinderen ook vaak de ontwikkeling van innovatieve, duurzame initiatieven. Daarom worden 26 wetten vereenvoudigd en gebundeld in één Omgevingswet.
Inwoners merken misschien in eerste instantie niets van de Omgevingswet. Maar als u iets wilt verbouwen aan uw huis of tuin en u vraagt een vergunning aan, dan gaat dat straks anders dan voorheen. U zoekt de regels op in een nieuw online loket, het Omgevingsloket. In dat loket kunt u controleren of u een vergunning nodig heeft of een melding moet doen. U kunt daar ook meteen de vergunning aanvragen of de melding doen.
De Omgevingswet zorgt er ook voor dat u kunt meepraten over de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en Ontwikkelperspectieven in uw gemeente. En over initiatieven bij u in de buurt. Dat kan nu ook al, maar de Omgevingswet stimuleert dat u actiever wordt benaderd om mee te denken.
Eigenlijk wij allemaal! Inwoners, ondernemers en overheden zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit en ontwikkeling van onze leefomgeving. Gemeenten leggen in hun omgevingsplan niet alles meer tot in detail vast, zoals dat eerder in bestemmingsplannen wel werd gedaan. Door plannen globaler te beschrijven ontstaat ruimte voor initiatiefnemers om hun plannen uit te werken. Zij moeten daar in bepaalde situaties wel eventuele belanghebbenden bij betrekken (participatie).
Een belangrijke verbetering van de nieuwe wet is dat de fysieke leefomgeving meer in samenhang wordt gezien en benaderd. Dat betekent dat bij het invullen van plannen ook thema’s als energietransitie, duurzaamheid, sociale en maatschappelijke uitdagingen worden betrokken. De bedoeling is dat hiermee de kwaliteit van de leefomgeving verbetert en dat er niet alleen snellere, maar ook betere besluiten worden genomen over de invulling van de buitenruimte. Daar hebben alle inwoners en ondernemers profijt van. Ambtenaren en inwoners hebben in de toekomst via het Omgevingsloket toegang tot dezelfde informatie. Bovendien gaat het aanvragen van een (omgevings-)vergunning straks sneller.
Omgevingsloket algemeen
In het Omgevingsloket vindt u digitale informatie over de fysieke leefomgeving. U kunt hier checken of u uw werkzaamheden mag uitvoeren volgens de Omgevingswet. En of u daarvoor een vergunning nodig hebt, een melding moet doen of informatie moet geven. Ook kunt u de regels bekijken die op een bepaalde locatie gelden. En checken aan welke maatregelen u zich moet houden bij uw werkzaamheden. In 'Mijn Omgevingsloket' vindt u al uw aanvragen en meldingen terug.
Wilt u een vergunning aanvragen, een melding doen of informatie opsturen via het Omgevingsloket? Dan moet u inloggen. Zo ziet de overheid die uw verzoek ontvangt wie u bent.
Nederlandse inwoners kunnen inloggen met DigiD. voor Nederlandse bedrijven, overheden en andere organisaties is er eHerkenning beschikbaar. Europese aanvragers kunnen eIDAS gebruiken.
Als laatste alternatief, voor initiatiefnemers die geen gebruik kunnen maken van deze systemen, kan er een Omgevingsloket-ID worden aangevraagd. Dit kunt u aanvragen via de website van de Omgevingswet. Nadat u al uw gegevens hebt ingevuld, ontvangt u binnen één werkdag uw inloggegevens.
Vragen over uw aanvraag of melding kunt u stellen aan de overheidsorganisatie die uw aanvraag beoordeeld. Zij kunnen u ook helpen met vragen over lokaal beleid en andere inhoudelijke vragen. Vragen of opmerkingen over het Omgevingsloket zelf of de werking daarvan, kunt u stellen aan het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) via het vragenformulier. Via het storingenformulier van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) kunt u problemen melden over het Omgevingsloket.
Als initiatiefnemer kunt u een aanvraag in het Omgevingsloket uitbesteden aan een architect, aannemer of een ander gespecialiseerd bedrijf. U laat de aanvraag dan maken en indienen door iemand anders. Dit kan een persoon of organisatie zijn. Daarvoor voegt u in Mijn Omgevingsloket een deelnemer toe met de rol Gemachtigde.
Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zetten hun juridische regels om naar toepasbare regels voor het Omgevingsloket. Daar zijn deze toepasbare regels te zien als vragenbomen bij de onderdelen Vergunningcheck, Aanvragen en Maatregelen op maat. Voor het onderdeel Aanvragen zijn toepasbare regels verplicht. Zo kunnen initiatiefnemers digitaal een aanvraag indienen.
Hierdoor kan het voorkomen dat u bij de vergunningencheck vragen meerdere keren moet beantwoorden.
Vergunningcheck
Nee, de Vergunningcheck is niet verplicht, maar we raden wel aan om te starten met een verguningcheck. Het is een hulpmiddel om te bepalen of u een vergunning nodig hebt of een melding moet doen. Daarbij is de Vergunningcheck zo ingericht dat het makkelijker is om de juiste activiteit(en) te vinden. Na het doorlopen van de Vergunningcheck, krijgt u de optie om direct een aanvraag of melding te starten. Een aantal gegevens uit de check wordt dan meegenomen in de aanvraag/melding.
Binnen de vergunningcheck moet u een aantal stappen doorlopen. Daarbij kiest u eerst de juiste locatie. Dit kan een adres zijn, maar u kan bijvoorbeeld ook zelf de locatie op een kaart tekenen. Vervolgens geeft u aan welke werkzaamheden u op de locatie wilt uitvoeren. Op basis daarvan moet u een aantal vragen beantwoorden. Dat resulteert in een advies of u voor dit initiatief een vergunning aan moet vragen, een melding moet doen, informatie moet geven of een ander verzoek moet indienen. Wanneer u direct doorgaat met de aanvraag, worden de gegevens die u in de Vergunningcheck heeft ingevoerd, zoveel mogelijk meegenomen in het aanvraagproces.
U kunt vragen overslaan wanneer u hier het antwoord niet op weet en dit op een ander moment uitzoeken. Zodra u het antwoord heeft gevonden, doet u de Vergunningcheck opnieuw. Zo weet u zeker dat de uitkomst ervan zo goed mogelijk klopt. U kunt ook contact opnemen met de overheidsorgansitie die de vragen heeft gemaakt. Deze staat altijd tussen de haakjes aan het eind van de vraag. Dan kunnen zij u uitleggen wat er wordt bedoeld met de vraag.
Wanneer u een vraag niet kunt beantwoorden, omdat er een antwoordoptie ontbreekt die uw situatie beschrijft, kunt u contact opnemen met de overheidsorganisatie die de vragen heeft gemaakt. Deze staat altijd tussen de haakjes aan het eind van de vraag. Op basis van uw feedback kunnen zij hun vragen verbeteren.
De Vergunningcheck geeft u inzicht of u een vergunning moet aanvragen, een melding moet doen, informatie moet geven of een ander verzoek moet indienen. Als u vragen heeft over deze uitkomst, kunt u contact opnemen met de overheid die uw aanvraag beoordeelt. In de uitkomst van de Vergunningcheck wordt aangegeven of dit uw gemeente, Omgevingsdienst, waterschap, provincie of de Rijksoverheid is.
In het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zijn trefwoorden opgenomen voor de werkzaamheden. Wanneer u als initiatiefnemer op deze woorden zoekt in het Omgevingsloket, vindt u deze werkzaamheid. Bij het invoeren van een zoektermen, worden er ook zoeksuggesties gedaan om u te helpen zoeken. Tijdens de Vergunningcheck en bij Maatregelen op maat worden ook gerelateerde werkzaamheden getoont. Dit zijn werkzaamheden die vaak worden gedaan in combinatie met de geselecteerde werkzaamheden.
Regels op de kaart
Met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket kunt u regels en informatie over de leefomgeving bekijken. De regels van alle overheden staan bij elkaar. De overheden zijn gemeenten, provincies, het Rijk en de waterschappen.
Aanvragen
De Omgevingswet is er om ervoor te zorgen dat uw omgeving veilig, schoon, mooi en gezond blijft. Daarom mag u niet zomaar iets veranderen aan uw omgeving. In sommige gevallen moet u eerst toestemming vragen aan bijvoorbeeld uw gemeente of waterschap, of moet u informatie geven over wat u gaat doen en wanneer. De gemeente of het waterschap vertelt u dan of u de werkzaamheden mag uitvoeren.
Voordat u een aanvraag of een melding indient, kunt u eerst een omgevingsoverleg aanvragen. Het omgevingsoverleg is een proces om waarin u plannen met uw overheid kunt bespreken. Doorloop daarbij de stappen om een aanvraag in te dienen. Voor u de aanvraag daadwerkelijk indient kunt u voor de activiteiten waarvoor het bevoegd gezag een omgevingoverleg heeft ingesteld, een omgevingoverleg aanvragen.
Een bestand mag niet groter zijn dan 250 MB en de naam van het bestand mag alleen de volgende tekens bevatten: het standaard Nederlands alfabet, cijfers (0-9), een verbindingsstreepje of een laag streepje. Andere tekens zijn niet toegestaan. Welk type bestand wordt geaccepteerd, kan per bevoegd gezag verschillen. Neem daarom bij twijfel contact op met de betreffende overheidsorganisatie.
Via het Omgevingsloket kunt u een vergunning aanvragen of een melding doen voor uw project. Wanneer u dat zelf doet voor een eigen project, heet u in het Omgevingsloket de initiatiefnemer. U kunt ook iemand anders vragen om namens u in te dienen. Diegene wordt dan de gemachtigde genoemd.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
- Op de grond gebouwde woningen. Denk aan vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen, rijtjeswoningen. Ook nevengebruiksfuncties van dergelijke woningen vallen dan onder gevolgklasse 1. Denk aan garages of kantoor aan huis. Woningen die niet op de grond zijn gebouwd of woningen in een woongebouw vallen niet onder gevolgklasse 1. Bijvoorbeeld een woongebouw met appartementen. Of een woning op een kantoorgebouw of winkelpand. Zorgwoningen en woningen voor kamergewijze verhuur (zoals studentenhuizen) vallen ook niet onder gevolgklasse 1.
- Woonboten en andere drijvende woningen. Ook nevengebruiksfuncties daarvan vallen dan onder gevolgklasse 1 (zoals kantoor aan huis).
- Op de grond gebouwde vakantiehuisjes en andere vakantieverblijven. Staan ze niet op de grond of liggen ze in een logiesgebouw (denk aan gebouw met vakantieappartementen of hotelkamers), dan vallen ze niet onder gevolgklasse 1.
- Bouwwerken van maximaal 2 bouwlagen met een industriefunctie. Bijvoorbeeld opslaghallen, veestallen, productiehallen, magazijnen, kassen of werkplaatsen. Ook nevengebruiksfuncties van dergelijke gebouwen vallen dan onder gevolgklasse 1. Denk aan een kantoor of een kantine bij een opslaghal. Kantoorgebouwen en winkelpanden vallen niet onder gevolgklasse 1.
- Bouwwerken van maximaal 2 bouwlagen met een industriefunctie die een nevengebruiksfunctie van een andere gebruiksfunctie zijn. Denk bijvoorbeeld aan het bouwen van een magazijn bij een winkel (winkelfunctie). Zo'n magazijn valt onder gevolgklasse 1, ook al valt de winkel zelf niet onder gevolgklasse 1.
- Bovengrondse infrastructurele werken voor langzaam verkeer tot maximaal 20 meter overspanning. Denk aan kleine bruggen voor fietsers, voetgangers, rolstoelgangers of bromfietsen. De bruggen mogen niet over een rijks- of provinciale weg liggen.
- Andere bovengrondse bouwwerken die geen gebouw zijn, tot maximaal 20 meter hoog. Denk aan kleine zendmasten, antennes, keermuren, walmuren, kademuren, gemalen of kleine windmolens. Waterkerende constructies (zoals stuwen en sluizen) vallen niet onder gevolgklasse 1.
- het een (voorbeschermd) monument betreft;
- er een gebruiksmelding nodig is voor het brandveilig gebruik van het bouwwerk;
- een gelijkwaardige maatregel voor brand- of constructieve veiligheid wordt toegepast;
- het een vergunningplichtige milieubelastende activiteiten betreft.